door André van Zaane
Je kunt een schaatser niet gelukkiger maken dan met een nieuw persoonlijk record. In het jargon een PR. Ik zeg bewust nieuw PR, want iedereen heeft al PR’s staan het worden er nooit meer of minder. Alleen de tijden worden sneller en dat is heilig, waarbij er ook nog magische grenzen zijn. Ronde getallen zijn vaak tot de verbeelding sprekende barrières die geslecht moeten worden. Een PR op de 500m onder de 40 seconden rijden heeft nog meer betekenis dan net niet, waarbij 1 honderdste een wereld van verschil kan zijn. Ik heb rijders helemaal uit hun dak zien gaan bij een tijd van 39.99 op het scorebord en evenzo rijders teleurgesteld zien reageren bij 40.00. Een PR rijden is zo belangrijk, het betekent immers dat je nooit sneller gereden hebt dan in die race. Het was je beste race ooit.
Zou het kunnen . . is dan ook een onderwerp dat je veel hoort in de gesprekken voorafgaand aan wedstrijden. Bijvoorbeeld in de auto onderweg naar de ijsbaan is er altijd wel iemand die informeert naar de luchtdruk. Een lage luchtdruk betekent namelijk een garantie voor snelle tijden en dat maakt het mogelijk. Dan hoor je ineens mensen praten over millibars en luchtvochtigheid als agrariërs die de aardappeloogst plannen.
De ijsbaan waar de wedstrijd gehouden wordt prikkelt de fantasie naar een nieuw PR ook. De heenweg naar een snelle baan als Thialf doet de gemoederen ook warmlopen. Zou het kunnen . . . Zo ook nu. We waren met het team weer neergestreken in het Zuid-Duitse Inzell, waar de Max Eicher arena het decor is van de wedstrijden. Een semi hooglandbaan met lage luchtdruk en goed ijs waar snelle tijden gereden kunnen worden. Iedereen is dus een beetje hyper en probeert dat de hele week om te zetten in hyperspeed. Zou het kunnen? En ja het kon. Bart, Azamat en Kees deden het en keerden huiswaarts met een tas vol nieuwe PR’s.
Wat zou nou die ene factor zijn, dat onbekende deeltje, dat maakt dat je de ene keer wel jezelf verbetert en andere keren niet. En je ziet ze aankomen hè. Als ik mijn teamgenoten in aanloop naar een wedstrijd observeer dan zie je het gebeuren. Er hangt een soort zelfvertrouwen, een geloof in eigen kunnen, over hen. Neem Bart. Deze zomer heeft hij zichzelf getrakteerd op custom made schoenen. Hoewel hij een heel goede schaatser is en de hele zomer heel hard getraind heeft, geloof ik toch dat zijn nieuwe schoenen net dat procentje extra inspiratie geven om te geloven dat het kan.
Azamat dan. Azamat is een geboren optimist die nooit tegen iets opziet. Zijn voorbereiding naar deze wedstrijd was niet optimaal. Door omstandigheden kwam hij pas dondernacht met de auto naar Inzell gereden, maar ’s ochtends zat hij gewoon met zijn kenmerkende vrolijke lach aan de ontbijttafel te vertellen dat hij er zin in heeft. Zijn belofte om zaterdagavond voor de hele groep een Kazachs gerecht te koken of dat hij zondag direct na de wedstrijd weer naar huis moet rijden blokkeert hem niet in zijn presteren. Die instelling en het feit dat hij vlak voor Inzell Nederlander is geworden deed hem als Bambi over het ijs dartelen.
Kees tot slot. Hij heeft zich voorgenomen nooit geen pr meer te rijden. Dat zegt eigenlijk al genoeg. Hij heeft ook geen tijd om tijdens zijn race aan vermoeidheid te denken. Dan zingt hij liedjes en is aan het jagen op alles dat voor hem beweegt. Ondanks de reputatie van zijn tegenstander (Anouk van der Weijden red.)
Mijn conclusie is dus: de juiste mindset is de sleutel tot succes en natuurlijk een goede techniek, een goede conditie, goed geprepareerde schaatsen, snel ijs, lage luchtdruk en waarschijnlijk nog tien andere kleine factoren, maar dat weten jullie natuurlijk allang. Bart, Azamat en Kees gefelicteerd met jullie Nieuwe Persoonlijke Records.