door Bart Brinksma
Maandag 15 januari 2018
Om half 4 thuis na een dag werken, alles staat klaar in de gang en Ruud meldt zich met zijn auto in Hilversum. MTB met Tacx, een extra achterwiel en tassen achterin de auto, om kwart voor 4 vertrekken we richting Baselga. We gaan met drie rijders van de Loon Masters Amsterdam meedoen aan het WK! Officieel heet het ‘27th Masters’ International Allround Games’ en het wordt gehouden van 19 t/m 21 januari in Baselga di Piné in Italië. Ruud, Suzanne en ik hebben besloten dat we hier aan mee willen doen, we hebben voldaan aan de limieten (dat was niet echt moeilijk) en we hebben tijd gevonden.
Ruud en ik rijden die dag door tot middernacht en overnachten ergens ten zuiden van Stuttgart in een hotel. Het heeft tot dan alleen maar geregend. Ook de volgende dag regent het, ook in de Alpen waar het wel wit is maar ook erg nat. Na de Brennerpas wordt het beter en eenmaal in Baselga is het voor de rest van de week droog en mooi weer. Die middag kunnen we meteen de ijsbaan op, we hebben bij het hotel een tijdje op de Tacx gefietst om zo snel mogelijk de benen in beweging te krijgen en te wennen aan de hoogte, Baselga ligt op ruim 900 meter. We schrijven ons in bij het wedstrijdbureau en genieten even later met nog wat schaatsers van prachtig ijs bij een temperatuur die rond het vriespunt ligt. We werken een programmaatje af zoals op een eerste dag in Inzell, gewoon lekker glijden, beetje wennen aan de lucht, paar steigerungetjes, genieten.
Woensdag
We trainen we ‘s ochtends op het ijs en houden ons keurig aan het schema van Mark, het voelt allemaal goed. ’s Middags fietsen we rond twee meertjes bij Baselga, niet te veel klimwerk, wel af en toe glad door bevroren sneeuw. Het laatste stukje naar het hotel is steil, een klimmetje van 1200 meter met stijgingspercentages van 10 tot 20%, net goed om de benen even te prikkelen.
Donderdag
Vandaag wedstrijdvoorbereiding, een kort schema zoals we het allemaal wel kennen. ’s Middag ga ik in mijn eentje een stukje fietsen, stralende zon, prachtige omgeving, genieten dus.
Vrijdag
Vandaag staat voor ons de 500 meter op het programma, Suzanne rijdt 500 en 1500 meter. In haar categorie doen drie vrouwen mee, twee Nederlanders en een dame uit de USA. Suzanne eindigt op de 2e plaats met een tijd van 46.54, de Amerikaanse wint de afstand. In de ochtend is het nog koud en kan er dus op een harde, snelle ijsvloer gereden worden, ’s middags schijnt de zon fel en blijkbaar hebben de ijsmeesters zich verkeken op de oplopende temperaturen, het ijs smelt, de ijsmachine moet harder werken en de wedstrijd wordt een tijdje uitgesteld om het ijs weer te laten harden. De 500 meter van de mannen wordt hierdoor gereden op zoals ze dat vroeger noemden: fondantijs. Ruud rijdt 43.57, zelf is hij niet helemaal tevreden, een rommelige start, wat problemen in de bocht door de ijskwaliteit. Ik ben me eigenlijk niet zo bewust van de toestand van het ijs, ik rijd tegen Randy Plett, een Canadees met een SB van 40.84 , een snelle jongen dus en ik bedenk dat als ik een beetje bij hem in de buurt blijf ik een goede start kan maken in het klassement. Deze externe focus leidt ertoe dat ik voor mijn gevoel mijn beste 500 ooit heb gereden, niet zozeer qua tijd, 43.31, maar wel qua uitvoering. De hele race ben ik alleen maar bezig achter Randy aan te jakkeren, van zacht ijs of wind heb ik niets gemerkt. Martin Haire, een Amerikaan wint de afstand, Randy Plett is tweede maar alle anderen rijden ruim, tot vele seconden boven hun SB, het resultaat voor mij is een 3e plek op deze afstand en een ruime marge op de rest bij de 3000m. ’s Middags rijdt Suzanne de 1500m in 2.21.53, weer een tweede plek.
Zaterdag
Wij moeten vandaag beginnen met de 3000m en rijden ’s middags een 1500m. Suzanne rijdt de 1000m, ook nu een tweede plek met een tijd van 1.29.69 De omstandigheden zijn goed maar Ruud helpt zelf zijn klassement om zeep door al in de 2e bocht van de 3000m onderuit te gaan. Hij rijdt de rit wel uit in 5.26.27 maar hier wordt hij natuurlijk niet blij van. Mijn 3000m is goed, niet super maar met een 4e plek ben ik erg tevreden. Vooral de mannen die mij normaal gesproken op de langere afstanden op achterstand zetten doen dat nu niet en met 4.38.30 eindig ik op een 4e plaats, nog steeds 3e in het klassement. Vol vertrouwen begin ik aan de 1500m, hier had ik eigenlijk iets meer van verwacht, onder de 2.10 was mogelijk maar het wordt 2.10.79, ook nu een 4e plaats. In het klassement sta ik nog steeds op 3, vóór alle Nederlanders en ik begin zowaar te geloven in een podiumplaats in het eindklassement.
Ruud en ik delen weer een kwart litertje wijn bij het diner en zetten de wekker om zondagochtend Suzanne te kunnen aanmoedigen op haar laatste afstand, de 3000m. Het is koud en bibberend voltooit Suzanne haar laatste rit in 4.57.40. Wederom tweede en dus ook een mooie tweede plaats in het eindklassement.
We hadden al gehoord dat ’s middags de wind zou opsteken en dat was precies wat er gebeurde. Het hoogtepunt van dit kleine stormpje was tijdens de 5000m van Ruud, dit was niet leuk meer, hij werd bijna van de baan geblazen en kwam uit op een niet geheel serieus te nemen tijd van 9.23.04. Het bleef waaien maar toch aanzienlijk minder toen ik een uurtje later moest rijden. Ik reed tegen Herman Vermeer, iemand die mij normaal op de 5000m ruim verslaat maar in een rechtstreeks duel waarin hij mij op meer dan een ronde achterstand moest rijden kon ik rustig bij hem blijven. Iedere ronde reden we samen door de finish en op het eind won Herman met 2 seconden verschil. Mijn tijd: 7.58.95. Al tijdens de rit wist ik dat mijn 3e plaats veilig was en dat rijdt best lekker moet ik zeggen. Martin Haire en Randy Plett waren een maatje te groot maar ik ben blij met mijn 3e plek.